Tolkcabines: je zet ze niet zomaar eender waar neer

Posted on 18 maart 201619 januari 2017Categories TolkenTags

[Lisez notre traduction française ici.]

 

Nee, inderdaad niet. Demonteerbare tolkcabines kun je niet zomaar eender waar neerpoten. Hoewel je er niet naast kunt kijken, vergeet men toch heel af en toe, wanneer men een vergaderzaal boekt, om na te gaan of alle cabines er wel degelijk kunnen staan. Ze zijn misschien niet immens groot, maar vragen toch per stuk een oppervlakte van 2 meter bij 2 meter, met een extra metertje aan de zijkant of de achterkant zodat de deur open zou kunnen. Vaak kan het weinig kwaad als de zaal wat krap is en er maar één cabine moet staan, maar voor Europese ondernemingsraden met bijvoorbeeld zes cabines wordt ruimte wel degelijk relevant.

Net daarom zetten we vrij hoog op onze vergaderchecklist, onder het puntje ‘zaal reserveren’, een opmerking over de grootte van de cabines. Geloof me, als onze technicus ter plekke komt om de cabines op te zetten en moet vaststellen dat er onvoldoende plaats is, dan gaan de poppen nogal gestresseerd aan het dansen. En tolken zijn wel flexibel, maar werken toch liever niet vanuit een bezemkast zonder zicht op de zaal. Een vergadering met tolken die vanuit een demonteerbare tolkencabine werken, laat zich dus niet zomaar improviseren.

Kunt u geen vergaderzaal boeken waar voldoende plaats is voor de tolkcabines, of een zaal met vaste cabines, of wilt u gewoonweg geen tolken zien in uw vergaderzaal, dan kunt u ook altijd kiezen voor tolken op afstand. Onze tolken werken dan vanuit onze lokalen. Ter plekke bij u moet er niets opgesteld worden, behalve de nodige audio-uitrusting (microfoons, luidsprekers, infraroodstralers …) en een camera. Een technicus bedient dan de camera tijdens de vergadering, zodat u zich kunt concentreren op uw meeting en zich niet hoeft te bekommeren om de techniek.

Hoe dan ook is het aangewezen om steeds lang genoeg op voorhand contact op te nemen met uw tolk- en vertaalbureau om de aanpak van de vertolking van uw bijeenkomst te bespreken.

 

 

 

Checklist voor de organisatie van vergaderingen

Posted on 19 januari 201619 januari 2017Categories TolkenTags

[Lisez la traduction française ici.]

 

Ook in 2016 staat Déesse u bij met raad en daad.

Iedereen komt wel eens terecht in een vergadering, of hij nu werkt voor een groot, dan wel een klein bedrijf, of voor een overheidsdienst of een vereniging. Misschien moet u wel af en toe een vergadering organiseren met collega’s, klanten of leveranciers. En heel misschien schakelt u daarbij tolken in. De kans bestaat dat u het klappen van de zweep al kent, als u niet aan uw proefstuk toe bent. Maar misschien hebt u nog geen ervaring met het organiseren van vergaderingen en kunt u een houvast goed gebruiken. Op het net circuleren heel wat lijstjes met zaken die u moet doen wanneer u een vergadering belegt. Maar wanneer contacteert u uw vertaalbureau (of beter: een gespecialiseerd tolkenagentschap zoals Déesse) om de simultane vertolking van uw vergadering te bespreken? En wanneer reserveert u nu uw tolken?

Welnu, vertaalbureau Déesse heeft een eigen checklist in elkaar gebokst, die u ter hand kan nemen wanneer u een vergadering organiseert en tolken inzet. De Vergaderchecklist vindt u hier.

Als u zich graag een beeld vormt van de benodigde uitrusting nog voordat u uw vertaalbureau contacteert, bekijk dan zeker eens onze Tolkenwegwijzer. Aan de hand van een aantal eenvoudige ja-neevragen krijgt u een indicatie van de werkwijze en de eventuele uitrusting van uw tolk(en).

De Tolkenwegwijzer helpt u al een heel eind verder, maar niets vervangt natuurlijk de raad op maat van een adviestolk. Twijfelt u over de juiste aanpak van de simultane vertaling van uw vergadering? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met een tolk van vertaalbureau Déesse. Onze contactgegevens staan onderaan deze pagina.

 

 

 

Maar je bent toch vertaler-tolk?

Posted on 17 december 201519 januari 2017Categories Tolken, VertalenTags

[Lees hier onze Franse vertaling van dit artikel.]

Met mijn blogartikelen probeer ik regelmatig misvattingen op te helderen. Zo ook vandaag. En ik val maar meteen met de deur in huis: vertalers en tolken zijn geen wandelende woordenboeken. (En neen, we spreken ook niet alle talen. En neen, niet elke vertaler of tolk heeft het Engels in zijn talencombinatie.)

Om de leesbaarheid van dit artikel te bevorderen, schrijf ik hieronder steeds over vertalers, maar het geldt evenzeer allemaal voor tolken.

Op familiefeestjes en netwerkavonden hebben vertalers vaak hetzelfde voor. Eventuele onbekenden vragen hen eerst welk beroep ze uitoefenen. De reactie: “Oh, je bent vertaler-tolk? En wat is dan je echte baan?” Waarop de vertaler uitlegt dat vertalen een echt beroep is waar hij wel degelijk van kan leven, en dat vertalers en tolken toch niet helemaal hetzelfde werk doen en hij dus geen ‘vertaler-tolk’ is, maar enkel ‘vertaler’. Zodra de verbazing – en soms ook het onbegrip – is weggeëbd bij de gesprekspartner, probeert hij de vertaler terug te pakken: “Weet je trouwens hoe je ‘spelt’ zegt in het Frans? Je weet wel, die graansoort. Dat kwam onlangs aan bod op het werk. Maar pas op, ik heb het ook moeten opzoeken, hoor.”

De kans bestaat dat de vertaler het antwoord weet, als hij het Frans machtig is. Maar voor hetzelfde geld is dat niet het geval. De vertaler kan dan nogal knullig overkomen, maar laat u niet te snel leiden door die gedachte. Misschien is die vertaler wel uitstekend in zijn vak(gebied). Een vertaler leert immers geen woordenboeken uit het hoofd.

Neen, een vertaler zet dan ook geen woorden om, maar wel gedachten of ideeën. Een woord staat nooit alleen. Een woord op zich vertelt ook niets of slechts heel weinig. Sommige woorden hebben trouwens meerdere vertalingen in andere talen. Soms ook heel erg onverwachte vertalingen. Wist u dat het woord ‘hond’ in sommige gevallen door ‘schoonmoeder’ wordt vertaald in het Arabisch? U gniffelt nu waarschijnlijk even, maar het is wel degelijk zo. Daar waar je in Vlaanderen en in Nederland de hond in de pot vindt als het eten op is, ziet je schoonmoeder je ongetwijfeld niet graag in de Arabische wereld. Akkoord, hier gaat het om uitdrukkingen, maar feitelijk passen we altijd en overal dezelfde strategie toe. We zetten geen woorden om zoals een vertaalwoordenboek dat zou doen (en zoals machines die vertalen vaak nog doen), maar proberen na te gaan wat een auteur of spreker echt wil zeggen, en proberen hetzelfde effect te bereiken in de andere taal. Vertaalwoordenboeken zijn trouwens de vijand nummer één van vertalers die niet weten hoe ze die woordenboeken moeten aanwenden … Letterlijk vertalen of tolken doen we slechts in heel specifieke gevallen (bijvoorbeeld bij de recherche, als verdachten codetaal gebruiken, als er nog iemand voor Justitie werkt …). Wie klakkeloos de vertalingen overneemt van het woordenboek, zal de bal meer dan eens misslaan.

Dus, de volgende keer dat u een vertaler of tolk ontmoet, toon dan dat u weet dat een vertaler niet noodzakelijk een tolk is, en omgekeerd ook niet, en ga er niet van uit dat hij de Van Dale uit het hoofd heeft geleerd toen hij studeerde. Vraag liever eens naar de onderwerpen die hij behandelt. Wedden dat er raakvlakken zijn met uw interesses of beroep?

 

 

 

Wanneer is een halve dag een halve dag?

Posted on 11 december 201519 januari 2017Categories TolkenTags ,

[Lisez notre traduction française ici.]

 

Veel (potentiële) klanten die tolken willen inhuren, zijn vaak verward over de manier waarop het tarief van conferentietolken bepaald wordt. Met name het principe van de ‘halve dagen’ is soms wat schimmig. Wanneer is een halve dag nu een halve dag? Ik verduidelijk graag de aanpak van Déesse.

De theorie

De achterliggende gedachte is dat standaard voor elke opdracht een volledige dag aangerekend wordt, tenzij de omstandigheden het toelaten om – indien er een tweede aanvraag voor dezelfde dag binnenkomt – twee opdrachten van een halve dag te combineren. Dus: met de ene ‘halve dag’ zou een tolk nog in staat moeten zijn om daar een tweede ‘halve dag’ aan te breien. Deze omschrijving is nogal abstract, maar een paar voorbeelden maken het alvast een pak duidelijker. Een halvedagtarief kan wel niet voor eender welke taal worden aangeboden. Voor talen zoals het Tsjechisch betaalt een klant standaard een volledige dag. Andere, meer courante talen, werken wel met tarieven voor halve dagen.

Alles vanuit Brussel

Eerst en vooral moet u er rekening mee houden dat we er steeds vanuit gaan dat tolken in Brussel gebaseerd zijn en in Brussel werken. Zo betaalt u geen verplaatsingsvergoeding voor opdrachten die in het Brusselse plaatsvinden (tenzij we tolken uit het buitenland naar België moeten halen) en beoordelen we steeds of een mogelijke ‘halve dag’ gecombineerd kan worden met een andere ‘halve dag’ in Brussel.

Opdrachten combineren, hoe werkt dat?

Het is niet altijd gemakkelijk om aan klanten uit te leggen dat we een hele dag aanrekenen voor wat in hun perceptie niet eens een halve dag werk is, maar de logica die erachter schuilt, is wel helder en sluitend. Het is niet omdat we maar twee uur tolken van 12.00 tot 14.00 uur, dat we daarom maar twee uur kunnen aanrekenen. Er komt immers in de eerste plaats nog verplaatsingstijd en voorbereiding aan te pas. Die twee uur worden zo algauw vier, vijf uur in werkelijkheid. Dat is strikt genomen al meer dan een halve dag, die sowieso maximum vier uur aanwezigheid omvat. Bovendien zou geen enkele tolk voor die opdracht kiezen mochten maar twee uur uitbetaald worden. Elders werken ze dan misschien wel langer, maar worden ze dan ook voor een volledige dag uitbetaald.

Ik zei het hierboven al, in principe wordt enkel een halve dag aangerekend als het mogelijk zou zijn om die ene halve dag te combineren met een tweede halve dag. In dat opzicht zou een ochtendvergadering niet mogen uitlopen na 12.30 uur of 13.00 uur, zodat we netjes op tijd kunnen zijn voor een tweede opdracht vanaf 13.30 of 14.00 uur. En u raadt het al: een namiddagvergadering die als halve dag wordt beschouwd, kan dan moeilijk veel vroeger dan om 13.30 uur beginnen.

Van De Panne tot Athus

Onthoud dat we steeds vanuit Brussel redeneren. Een vergadering van 9.00 tot 13.00 uur in De Panne kan moeilijk beschouwd worden als een halve dag, want een tolk kan nooit om 13.30 of 14.00 uur operationeel zijn in Brussel voor een tweede vergadering. Zo’n vergadering wordt meteen als een hele dag beschouwd. Bovendien wordt voor een opdracht in De Panne een verplaatsingsvergoeding aangerekend, berekend vanaf Brussel, maar dat terzijde. Stel nu dat diezelfde vergadering afgesloten wordt om 11.30 uur, dan wordt een halvedagtarief wél verdedigbaar.

Op naar Brussel

Voorbeeld twee: u organiseert een conferentie in Vilvoorde vanaf 14.30 uur. In zo’n geval kunt u aanspraak maken op een halvedagtarief voor talen zoals het Frans, het Engels of het Spaans. Onze tolken kunnen dan inderdaad hun werkdag starten met een andere vergadering, elders in Brussel, tot bijvoorbeeld 13.00 uur, om dan op tijd aan te komen voor hun tweede opdracht in Vilvoorde. Voor zo’n opdracht zouden bovendien geen verplaatsingskosten aangerekend worden.

Om zeker te zijn: vraag het na

In een notendop:

  • Een halvedagtarief is een gunst die in sommige gevallen kan worden aangeboden
  • Een halve dag moet gecombineerd kunnen worden met een tweede halve dag in Brussel
  • Een ochtend duurt maximaal tot 13 uur
  • Een namiddag kan pas starten om 14 uur, uitzonderlijk om 13.30 uur

Hopelijk is bovenstaande uitleg duidelijk. Maar wilt u echt zeker zijn, leg ons dan gewoonweg uw situatie voor. Onze adviestolken kunnen u inlichten over de exacte kosten van de vertolking van uw evenement.

 

 

 

Belgisch-Nederlands versus Nederlands-Nederlands

Posted on 4 december 201519 januari 2017Categories CommunicatieTags , ,

Jaja: u leest het goed. Er bestaat wel degelijk Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands. De ene variant hoeft daarbij geen dialect te zijn van de andere. Geen van beiden vormen fout taalgebruik. Let wel: ik heb het hier niet over het zogenaamde ‘Verkavelingsvlaams’ in de zin van ‘doede ne keer de deur toe’. Nee, ik heb het over perfect aanvaardbaar Standaardnederlands, dat gewoonweg anders gebezigd wordt in België dan in Nederland.

 

Ervaringsdeskundige

Ik werk regelmatig in Nederland om er training te geven aan tolken en om er tolken te certificeren, en telkens opnieuw kom ik naar huis met nieuwe voorbeelden van taalgebruik dat toch anders is. Vlamingen ‘rekenen kosten door’. Nederlanders ‘declareren’ die kosten. In Vlaanderen kun je iets aan je broek hebben, terwijl je in Nederland toch sneller iets aan je been hebt. En nog een voorbeeldje: daar waar wij in Vlaanderen moeten oppassen voor werfverkeer, moet je in Nederland het werkverkeer goed in de gaten houden. Als u even voor uzelf denkt, dan zult u ongetwijfeld deze klassieker wel kennen: daar waar een Vlaming ‘betaalt met de kaart’, ‘pint’ een Nederlander eenvoudigweg. Subtiele verschillen soms, die bovenop de verschillen in de zogenaamde realia komen, verwijzingen naar een concrete werkelijkheid. Zo heet een ‘procureur’ in Nederland ‘officier van justitie’.

 

Niet zomaar folklore

Nu denkt u misschien: allemaal goed en wel, maar waarom is dit voor mij relevant? Het lijken toch allemaal slechts weetjes voor de quiz? Welnu, als u zaken doet met Nederland (of als Nederlander, met Vlaanderen), dan bent u zich toch best bewust van deze verschillen. In het beste geval zullen u en uw gesprekspartners iets meer moeite moeten doen om elkaar te begrijpen, maar in het slechtste geval rijst er een misverstand. Ook als u uw marketing richt op het andere taalgebied, moet u hiermee rekening houden. U wil natuurlijk dat uw boodschap meteen aanslaat, want daar doet u het immers voor. Daarbij moet u dan wel vermijden dat diezelfde boodschap als vreemd of onnatuurlijk wordt ervaren.

 

Hoe verzekert u een vlotte communicatie?

Kijk, als u wil exporteren naar Nederland of naar Vlaanderen en daarvoor brochures of folders laat opstellen, overweeg dan om twee versies te maken: eentje voor Vlaanderen en eentje voor Nederland. Stel uw documenten op in uw eigen taal en laat ze nalezen op schoonheidsfoutjes door een taalprofessional die net zoals u Belgisch-Nederlands of Nederlands-Nederlands spreekt, en laat dat resultaat dan onder handen nemen door een taalprofessional die de andere variant spreekt. Zo bent u er zeker van dat u teksten in handen heeft die aan beide zijden van de grens zullen aanslaan.

 

Jamaar, en al die extra kosten dan?

Ja, inderdaad. Als u twee varianten moet laten opstellen en eventueel moet laten drukken, dan kost dat natuurlijk wel meer. De keuze ligt echter voor de hand. Ofwel houdt u het goedkoper, met één enkele variant, en loopt u het risico dat uw tekst in minstens één taalgebied niet aanslaat en u dus verloren kosten heeft gemaakt. Ofwel maakt u iets meer kosten (maar toch niet zo gek veel meer) en kunt u de twee taalgebieden echt goed bewerken. Het sop is de kolen zeker waard.

 

Waar vind ik hierover informatie?

Wel, www.taaldatabank.be biedt al een heel stevige en vooral overzichtelijke basis.

 

 

O, en kijk zeker niet raar op als een Nederlander u zegt dat u kunt ‘meelopen’ naar het station of de parkeergarage. U zult zich niet noodzakelijk in het zweet werken. ‘Lopen’ is in Nederland volkomen normaal in de zin van ‘stappen’ of ‘wandelen’.